We zijn op weg naar de Okavango delta en tot groot geluk van Robert komen we dan Central Kalahari Game Reserve (CKGR) tegen. Daar kan je om heen rijden maar dat doen we natuurlijk niet. Tot aan Rakops rijden we op asfalt (met een overnachting in Orapa). In Rakops moeten we nog even benzine sjeffen voor ons kooktoestel en dan kunnen we het zand en stof in.
Hmmm: in Rakops is er geen benzine te krijgen (hadden we toch in Orapa moeten halen ;-)). We proberen alle pompen en sprokkelen nog zo’n 250 ml bij elkaar. We checken wat garages, vragen of men benzine uit de auto’s wil halen maar nee. Met 250ml benzine rijden we het zandspoor op. Na ruim 40 kilometer komen we aan bij de gate waar een Afrikaan zijn Toyota repareert. Tamara gooit haar charmes in de strijd en binnen een paar minuten loopt er een slangetje uit zijn benzinetank in onze jerrycan. Fijn: nu hoeven we niet eerst een kampvuur te maken voor een koppie thee.
De eerste slaapplek is prachtig en bevindt zich naast de Deception Pan (Kori 1, ck-kor01). Na een drankje besluiten we direct nog een rondje in de buurt te rijden. We zoeken immers nog steeds die Kalahari leeuwen met de zwarte manen. We zien zebra’s, impalas, gemsbokken, struisvogels, jakhalzen, bat-eared fox maar geen leeuw. Als we terugkomen gaat het kampvuur aan en bereiden we ons voor op onze eerste braai. Het is snel donker en we genieten van de prachtige sterrenhemel. Ieder jaar is dat meerdere malen onderwerp van gesprek. “Iedere ster is toch een soort zon?”, “Er zijn meer sterren dan zandkorrels op aarde”, etc. Het valt op dat het een stuk minder koud is dan vorig jaar. In de nacht horen we jakhalzen en een leeuw brullen, ze zijn er dus wel.
Dit jaar hebben we een trail-camera bij ons. Deze camera filmt in infra-rood en begint met opnemen zodra hij beweging/warmte signaleert. Zo vaak horen we immers geluiden om onze tent maar kunnen nooit onderscheiden wat er nu loopt. In de morgen starten we dan ook een nieuw familie ritueel: checken wat er allemaal langs de tent is gelopen. Deze nacht: een uil en een kale man die uit zijn tent klimt en op de camera afloopt ;-).
Na een rustig ontbijt rijden we de 25 kilometer naar de Sunday pan (cksun-03). Onderweg komen we meer beesten tegen dan vorig jaar, nu ook giraffes en harte beesten. En er lijkt wat meer wild op de been. Als je een roofdier wilt zien is het altijd een goed teken dat zijn maaltijd al rondloopt. De plek aan de Sunday pan ligt wat hoger waardoor we, als we op onze tenen staan, een prachtig uitzicht hebben. aan het einde van de dag rijden we een rondje om de Sunday pan en hebben we een sundowner bij een waterhole in de buurt. Helaas weer geen leeuwen. De nacht is wat onrustiger dan de vorige: we horen continue een leeuw brullen die zich langs (niet direct) onze plek beweegt. Geen beeld op camera dus (alleen die kale man) :-(.
De derde dag hebben we een wat langere rit. We rijden de volledige lengte van de Passarge valley. Deze is prachtig. Het gras is goudgeel en de vlakten zijn enorm. Grappig hoe klein je je voelt en je je voorstelt hoe e.e.a. er vanuit de lucht uit moet zien. Een klein wit Land Rovertje en verder niets (helaas, maar begrijpelijk, zijn drones verboden maar wat zouden we graag dergelijke beelden hebben ;-)). We zien redelijk veel wilde dieren en zoals verwacht: weer geen leeuwen. Na een aantal uren komen we aan op onze slaapplek voor de nacht (ck-pas03), we lunchen wat en rijden door naar een waterhole op 10km afstand voor een biertje met een view. Daar treffen we een giraffenfamilie (vader, moeder, kind) en verder niets. De avond aan het kampvuur is wederom bijzonder maar het is hier een stuk stiller. Ook in de nacht.
De volgende dag gaan we vroeg op pad. We moeten ruim 100 km hobbelsporen (de eerste 10km hadden we al gecheckt op weg naar het waterhole). Het spoor blijft voor meer dan de helft drama. Hele stukken kunnen we niet harder dan 15km/u omdat anders de auto omvalt. Het laatste stuk langs de parkgrens is beter en na ruim 4 uur rijden we het asfalt op. Dat asfalt voelde maar heel even heel fijn. 300 meter verder krijgen we een boete omdat we, in de ogen van de meneer agent, niet stopten voor een stopbord. Charmes in de strijd, agent raakt geïrriteerd maar draaide bij toen bleek dat hij het verkeerde (te lage) bedrag had genoemd. Hij zocht samen met Robert nog wel naar een passende lagere andere boete maar dat mocht niet uitmaken. Welkom in Botswana!
We rijden de laatste 200 kilometer door naar Maun, parkeren op een prachtige (maar niet heel levendige) camping aan de rivier. Een half uurtje laten zitten we aan het bier bij de backpackers aan de overkant. We raken aan de praat met een Nederlands gezin en hebben een gezellige avond. Hier chillen we twee dagen, vullen de koelkast met Savannah dry, Fris, bier en een klein beetje vlees en gaan dan opnieuw de wildernis in.
Voor wat Central Kalahari plaatjes klik hier