We rijden ons eerste Afrikaanse koninkrijk, Swaziland. Het is een van de kleinste landjes van Afrika en wat is het relaxed. Heel anders dan Zuid Afrika, heel anders dan Mozambique maar vol vriendelijke mensen en vol met prachtige landschappen. Omdat we een liftster hebben, die ook nog het Kruger National Park wil zien, besluiten we maar drie dagen in Swaziland te blijven.
De eerste dag rijden we naar Hlane National Park en hoe behapbaar het ook is, dit is het grootste beschermde natuurgebied van Swaziland. Aan het einde van de middag rijden we het park in en zien meteen al twee witte neushoorns. Ze liggen te relaxen in de waterpool. Een olifant staat op een afstandje, maar deze maakt wel gebaren dat hij ons niet zo leuk vindt. Stukkie naar achteren dan maar.
Verder zien we impala’s, kudu’s, bushbuck en nyala’s. In een ander deel van het park ruiken we een kadaver en na een korte zoektocht vinden we een luierende mannetjes leeuw. Deze heeft net gegeten dat is duidelijk. Zoals altijd blijft het bijzonder om zo tussen de dieren te zijn en zoals altijd zijn Sem en Tess het meest enthousiast.
We slapen op de campsite van het National Park en in de nacht horen we de leeuwen brullen. Dit houdt ons gelukkig niet meer uit onze slaap ;-).
De volgende dag rijden we door naar Shewula. Dit is een kleine gemeenschap in het Lebombo gebergte. Dit gebergte vormt de grens tussen Swaziland en Mozambique. De gemeenschap runt een guesthouse op de rand van de klif. Een prachtige plek en we besluiten (gezien de nogal zwarte lucht) een rondavel (lokale hut) te slapen.
De regent valt met bakken uit de hemel, de wolken vullen de vallei en wij koken gezamenlijk in de gemeenschappelijke keuken. Leuk om hier te zijn en we voelen ons even Backpackers.
Na een lekkere koele nacht rijden we naar de grens met Zuid Afrika. Kruger here we come.
Voor plaatjes klik hier